Aambeeld: Het vlakke, platte bovenste gedeelte van een sterk ontwikkelde buienwolk (cumulonimbus). Het werd zo genoemd omdat het sterke gelijkenissen vertoont als het aambeeld van een smid
|
Aanschietende zee Men spreekt van een aanschietende zee bij een windkracht van 6 Beaufort. Het schuim, dat zich rond de brekende golftoppen bevindt, waait steeds meer op. De gemiddelde windsnelheid is maximaal 27 knopen of zeemijl ofwel 50 km/uur of 13,8 m/sec.
|
Ablatie Het natuurkundige proces (zoals sublimatie, smelten, verdamping) dat sneeuw of ijs
van een gletsjer, een sneeuwveld, ed. verwijdert. Tegenovergestelde van alimentatie.
Ook de reductie van de ijs-
|
Absolute nulpunt: De laagst mogelijke temperatuur. Bij deze temperatuur komt alle beweging van moleculen
tot stilstand. Anders gezegd: het absolute nulpunt is de temperatuur waarbij de druk
van een ideaal gas nul is. Het absolute nulpunt ligt op -
|
Absorptie: Het proces waarbij invallende stralingsenergie wordt vastgehouden door een materie. Deze stralingsenergie wordt dan omgevormd naar moleculaire energie. De verhouding tussen de stralingsintensiteit die wordt geabsorbeerd en de totale invallende straling heet de absorptieverhouding of absorptiviteit. Een voorbeeld is de zonnewarmte in het aardoppervlak, waardoor het aardoppervlak wordt verwarmd
|
Accres In de wolkenfysica de groei van een neerslagdeeltje door botsing tussen een bevroren deeltje (ijskristal of sneeuwvlok) en een onderkoelde waterdruppel waardoor het neerslagdeeltje bevriest. Accres is hetzelfde als coalescentie en een vorm van agglomeratie
|
Advectie: De horizontale verplaatsing van een eigenschap (bijvoorbeeld warmte, vochtigheid) in de atmosfeer door de beweging van lucht (wind).
|
Advectief onweer: Onweer dat op een andere plaats is ontstaan en door de heersende hoogtewind wordt aangevoerd.
|
Advectieve luchtlaag: Een stabiele luchtlaag waarin de verandering in temperatuur, vocht en dergelijke op een bepaald punt het gevolg zijn van advectie en niet door turbulentie en convectie worden veroorzaakt.
|
Advectieve mist: Mist die ontstaat door warme, vochtige lucht over een koud oppervlak te bewegen, waarbij de lucht afkoelt tot op of beneden het dauwpunt. Bijv. warme lucht over nog koud zeewater.
|
Aflandige wind: Wind die over land naar zee waait in tegenstelling tot aanlandige zeewind.
|
Altimeter: Een andere naam voor hoogtemeter. De werking ervan berust op het principe van afnemende luchtdruk met hoogte. Een altimeter is in feite niks meer dan een barometer waarvan de schaalverdeling in meter is weergegeven. Hoe hoger, hoe lager de luchtdruk is.
|
Altocumulus: Behoort tot de familie van de middelbare bewolking. Witte of grijze wolkenband of
wolkenlaag, in het algemeen met schaduwing, bestaande uit stroken, min of meer afgeplatte
ballen, rollen enz., die soms voor een deel een vezelachtig uiterlijk hebben of geen
structuur vertonen en die al of niet gescheiden zijn; de meeste regelmatig gerangschikte
kleine elementen hebben gewoonlijk een schijnbare afmeting tussen één en vijf graden.
Middelhoge bewolking (hoogte 4-
|
Altostratus: Behoort tot de familie van de middelbare bewolking. Wolkenveld of wolkenlaag met
een grauwe of blauwachtige tint en een streperig, vezelachtig of effen uiterlijk,
geheel of gedeeltelijk de hemel bedekkend, waarvan sommige gedeelten dun genoeg zijn
om de zon er vaag, als een matglas, door te kunnen zien. In Altostratus komen geen
haloverschijnselen voor. Middelhoge bewolking (hoogte 4-
|
Anemometer: Toestel om de windsnelheid te meten. Meest bekend is de cup-
|
Anticyclonaal: Het stromingsproces bij hogedrukgebieden op het noordelijk halfrond: cirkelvorming met de wijzers van de klok mee.
|
Anticyclonaal zadelgebied: Zadelgebied waarin de invloed van de aanliggende hogedrukgebieden het grootst is. Het weerbeeld is erg rustig en doorgaans ook vrij zonnig.
|
Anticyclonale kromming: Afbuiging van de isobaren naar rechts, gezien in de richting van de wind (op het noordelijk halfrond). Een rug van hoge luchtdruk is een voorbeeld van een isobarenpatroon met anticyclonale kromming. De bijbehorende verticale luchtbewegingen komen overeen met de anticyclonale luchtbeweging.
|
Apahelium: |
Apogeum: Punt op de ellipsvormige maanbaan waar de maan het verst van de aarde staat (406.700 km).
|
Arctische lucht: Maritiem arctische lucht (mAl) heeft zijn oorsprong boven de Noordelijke IJszee Met uitzondering van de zomer, kan deze luchtsoort onze omgeving het hele jaar bereiken. mAl volgt een lange weg over zee en stroomt onze omgeving binnen langs de Noorse kust. De lucht is tot op grote hoogte relatief koud en krijgt op haar weg naar het zuiden sterk de eigenschappen van koude massa. Het binnenvallen van mAl gaat vaak, vooral in het voorjaar, gepaard met harde tot stormachtige noordwestenwinden en een grote daling van de temperatuur. De typische voorjaarsbuien zijn meestal kenmerkend voor de aanwezigheid van mAl. Behalve in buien is het zicht zeer goed en de hemel diepblauw van kleur. Continentaal arctische lucht (cAl) komt uit het noorden van Scandinavië. Evenals
mAl, komt cAl in de zomermaanden in onze omgeving niet voor. In cAl kan de temperatuur
gedurende de lange winternachten tot zeer lage waarden dalen. Door de lage vochtigheid
komt er in deze luchtsoort in het algemeen niet veel bewolking voor. Soms kan er
echter door de voortdurende afkoeling stratus-
|
Atmosfeer: Het gasvormige gedeelte dat een planeet omgeeft, ook dampkring genoemd. In het geval van de aarde bevindt de atmosfeer zich vooral tegen het aardoppervlak omwille van de zwaartekracht. De atmosfeer wordt onder andere ingedeeld in de troposfeer, stratosfeer, mesosfeer, ionosfeer en exosfeer. Het weer speelt zich vooral af in de onderste 15 km van de atmosfeer, de zgn. troposfeer.
|
Autan: Is een warme wind die zijn oorsprong heeft aan de Middellandse Zee. Hij blaast uit
de ZO- Er bestaan twee types "autan": "Autan blanc": is het meest voorkomende type. Deze is krachtig en droog en kan gerust
een week lang waaien. Hij ontstaat wanneer er zich boven Centraal- "Autan noir": Deze is zwakker maar duurzamer dan het andere type. Deze ontstaat wanneer
er zich boven de golf van Biskaje een laag bevindt waarvan de noordoost-
|
Avondrood: Een in het oog springende rode kleur die 's avonds aan de westelijke hemel te zien is bij zonsondergang. Dit verschijnsel ontstaat doordat de violette, blauwe en groene stralen van het zonlicht, als ze een lange weg door de atmosfeer moeten afleggen, sterk worden verstrooid. Deze verstrooiing komt het best tot uiting wanneer in de lucht veel stof of veel waterdamp aanwezig is.
|
Azoren- Het hogedrukgebied in de buurt van de Azoren, een Portugese eilandengroep in het
midden van de Atlantische Oceaan. Het behoort tot de subtropische gordel van hoge
luchtdruk op het noordelijk halfrond. Het Azorenhoog vormt dikwijls het centrale
gebied voor mooi weer situaties in Midden-
|