A.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q.
R.
S.
S'.
T.
U.
V.
W.
X.
Y.
Z.
weerindelft
Met dank aan Meteo Julianadorp, waar een groot gedeelte van de tekst vandaan komt

 

Barber:

Lokale wind in Canada. Het is een hevige blizzard. De naam betekent barbier, ofwel kapper. Dat heeft alles te maken met de harde sneeuwkristallen die in die stormwinden met zeer koude continentaal polaire lucht (cPL) op de huid erg pijnlijk aan kunnen komen.

 

 

Barokliene Atmosfeer:

ook wel: barokliene onstabiliteit) Ontwikkelende onstabiliteit ten gevolge van temperatuurverschillen in de atmosfeer boven een groot gebied. Voorbeelden daarvan zijn de slechtweergebieden bij een front, op de grens dus tussen twee luchtsoorten. Tegenover een barokliene atmosfeer staat een barotrope atmosfeer.

 

 

Barometer:

Toestel om de luchtdruk te meten. Meest gebruikt zijn de kwikbarometer en de aneroïde barometer. Tegenwoordig worden ook veel elektronische sensoren gebruikt in automatische weerstations.

 

 

Barometrische druk:

Een andere naam voor luchtdruk. Het is de druk uitgeoefend door de atmosfeer op een gegeven punt. Deze wordt meestal weergegeven in hectoPascal (hPa).

 

 

Barotrope Atmosfeer:

Een luchtmassa (boven een bepaald gebied) waarin weinig temperatuurverschillen voorkomen. In een barotrope atmosfeer komen in het algemeen storingen moeilijk of niet tot verdere ontwikkeling. De barotrope atmosfeer staat tegenover de barokliene atmosfeer.

 

 

Beaufort schaal:

Een windschaal ontworpen door admiraal Sir Francis Beaufort die de windsnelheid in 13 categorieën indeelde waarbij schaalcijfer 0 gegeven werd aan windstil en 12 aan de verwoestende kracht van een orkaan.

 

 

Bedekkingsgraad:

De mate waarin de hemel bedekt is met wolken. Deze wordt aan de hand van schattingen bepaald en uitgedrukt in achtsten. 0/8 is onbewolkt, 4/8 is halfbewolkt en 8/8 is geheel bewolkt.

 

 

Betrokken:

Volledig (8/8) bewolkt. In metarberichten dikwijls afgekort tot OVC (overcast).

 

 

Bijzon:

Behoort tot de optische verschijnselen, waarbij aan een zijde of weerskanten van de zon op de kleine kring ('halo') een heldere, dikwijls opvallend gekleurde vlek te zien is. Zij ontstaat door lichtbreking in ijskristallen van Cirrusbewolking. Komt enkel voor bij hoge bewolking die dus bestaat uit ijskristallen. Bijzonnen zijn soms met twee (wanneer de hemel met uitgestrekte bewolking bedekt is die bestaat uit ijskristallen - cirrus en cirrostratus): één links van de zon en één rechts. Vandaar ook de naam linker- en rechterbijzon.

 

 

Bliksem:

De sterke elektrische ontlading in onze atmosfeer die bij onweer voorkomt. Voor de hoofdontlading vindt er er een (zwakke) inleidende voorontlading plaats. De lucht in de directe omgeving van het bliksemkanaal warmt in korte tijd (enkele miljoenste seconde) zodanig op en expandeert enorm. De verplaatsing van deze lucht nemen we waar als de donder. Spanningen kunnen snel oplopen tot enkele honderden kilovolts en de stromen in het bliksemkanaal bereiken gemakkelijk ettelijke duizenden ampère.

 

 

Blizzard:

Koude-invallen in het noordelijk deel van Amerika die met zware sneeuwstormen gepaard gaan.

 

 

Blokkade:

We spreken van een blokkade als een hogedrukgebied ook in de hogere luchtlagen sterk aanwezig is. Het hogedrukgebied blokkeert de doorgang van depressies en stuurt ze naar het noorden of zuiden. Blokkades veroorzaken in Nederland vaak winters met schaatsijs en zomers met warmte

 

 

Bolbliksem:

Een eigenaardig type bliksem in de vorm van een bol die zich traag voortbeweegt. Deze bol kan plotseling verdwijnen in het niets, ofwel met een explosie. De afmetingen ervan variëren van de grootte van een tennisbal tot zo'n 10 à 20 cm in diameter. Over het ontstaan ervan zijn verscheidene theorieën, echter geen enkele is tot nu toe bewezen.

 

 

Bovenraakboog:

Optisch verschijnsel, dat op het hoogste punt van een kring om de zon vaak in gebogen V-vorm te zien is en in wezen een onderdeel vormt van een andere lichtkring.

 

 

Bora:

De bora is een koude orografische wind die blaast vanuit de Balkan en over een relatief warmere vlakte trekt. Hij jaagt de golven van de Adriatische Zee zo fel op dat hij een soort mist doet ontstaan die de Italiaanse matrozen "Fumarea" noemen. Deze wind kan meerdere dagen aanhouden. Hij waait vanuit een noordoostelijke sector met snelheden tot kunnen oplopen tot 125 knopen! Hij kan gepaard gaan met neerslag onder de vorm van regen of sneeuw.

 

 

Broeikaseffect:

Is de naam die gegeven wordt aan de algemene opwarming van onze atmosfeer die veroorzaakt wordt door de zogenaamde broeikasgassen zoals waterdamp, koolstofdioxide (CO2) etc.

 

 

Bui:

Een kortdurende (van enkele seconden tot soms tientallen minuten), soms matige tot hevige neerslag. Ze valt meestal uit wolken met een uitgesproken vertikale opbouw (convectieve wolken), zoals o.m. cumulonimbus.

 

 

Buienlijn:

Een reeks Cumulonimbuswolken naast elkaar, van de grond af gezien als een muur van buien.

Op de weerkaart: een lijn, die enigszins met een koufront overeenkomt.

Op de satellietfoto: een langgerekte lijn van witte plekken (buien).

 

 

Buienradar:

Op de tv zijn tegenwoordig steeds vaker bewegende gekleurde plaatjes te zien, die een indruk geven van plaats en intensiteit van de neerslag. Deze plaatjes worden gemaakt van radarecho's die door regendruppels of sneeuwvlokken worden teruggekaatst. De buienradar zendt elektromagnetische straling uit. De golflengte is zo gekozen dat kleine wolkendruppetjes de straling niet terugkaatsen, maar grotere (regen)druppels en sneeuwvlokken wel. Hoe meer straling wordt teruggekaatst, dus hoe intenser de echo, des te actiever is de neerslag. Proefondervindelijk is gebleken dat de zwakste echo's staan voor een neerslagintensiteit van rond de 0,2 mm per uur, terwijl de zwaarste echo's garant staan voor minimaal 30 mm per uur. Door nu meerdere plaatjes als een film achter elkaar af te spelen, krijg je een indruk hoe de neerslag trekt en zich ontwikkelt.

 

 

Buienwolk:

Een stevig uitgebouwde stapelwolk die tot ettelijke kilometer hoogte reikt. Meestal is er langs boven een aambeeld te zien. Typisch aan een buienwolk is de vezelachtige structuur bovenaan. De wolk behoort tot het geslacht cumulonimbus.

 

 

Buys-Ballot, De wet van:

Deze wet geeft de windrichting weer in functie van het luchtdrukveld en wordt als volgt geformuleerd: Een waarnemer met zijn wind in de rug heeft op het noordelijk halfrond de lagedruk aan zijn linker- en de hogedruk en zijn rechterzijde; op het zuidelijk halfrond is dit precies omgekeerd. In het noordelijk halfrond draait de wind rond een hogedrukgebied in wijzerzin en in tegenwijzerzin rond een lagedrukgebied. Op het zuidelijk halfrond is de bewegingszin omgekeerd.