A.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q.
R.
S.
S'.
T.
U.
V.
W.
X.
Y.
Z.
weerindelft
Met dank aan Meteo Julianadorp, waar een groot gedeelte van de tekst vandaan komt

Valwind:

Luchtstroom die uitsluitend in bergachtige gebieden voorkomt. De lucht stroomt onder invloed van daarvoor geschikte meteorologische omstandigheden vanaf de bergen naar lager gelegen terreinen. De lucht komt als het ware uit de bergen 'vallen'. Er worden warme en koude valwinden onderscheiden. Typische voorbeelden zijn: voor de warme valwind de föhn en voor de koude valwind de bora.

Velum:

Horizontaal gedrapeerde sluiers boven, tussen en langs afzonderlijke Cumulunombus toppen.

 

Verdampen:

Overgang van vloeibare naar gasvormige toestand. Is het tegengestelde van condenseren.

 

Verijzing:

Overgang van een druppeltjes wolk naar een wolk met ijskristallen. De wolkenrand wordt onscherp (Cumulonimbus-calvus).

 

Vertebratus:

Met wervel- of visgraatstructuur.

 

Verzadingingspunt:

Het niveau waarop door afkoeling van de lucht de relatieve vochtigheid 100% bereikt.

1 kg lucht van 30°C kan 27,6 gram water bevatten.

1 kg lucht van 20°C kan 14,9 gram water bevatten.

1 kg lucht van 10°C kan 7,7 gram water bevatten.

1 kg lucht van 0°C kan 3,8 gram water bevatten.

1 kg lucht van -10°C kan 1,6 gram water bevatten

 

Verzadigingsdampspanning:

Verzadigingsdampdruk. Druk (spanning) van de waterdamp bij met waterdamp verzadigde lucht (rel. vocht = 100%).

 

Vijfhonderd:

500-milibar-vlak. Het niveau op 5 a 6 km hoogte, waar de luchtdruk een halve atmosfeer is. Het stromingspatroon aldaar beïnvloedt sterk de weersystemen aan het aardoppervlak.

 

Virga:

Een ander woord voor valstrepen. Virga zijn soms te zien onderaan een wolk waar er neerslag uit valt. De luchtvochtigheid is echter zo laag dat alle neerslag terug verdampt is vooraleer deze het aardoppervlak bereikt heeft.

 

Vochtigheid:

Waterdampinhoud van de lucht; kan worden uitgedrukt als absolute, specifieke of relatieve vochtigheid of mengverhouding.

 

Vore:

Eigenlijk hetzelfde als een trog maar dan meer in de buurt van bergen. Ook nu is de luchtdruk relatief laag maar door de bergen kan er door stroming een lijnvore ontstaan.

 

Vorstdag:

Van een vorstdag is sprake wanneer gedurende een etmaal de temperatuur (op 1,5 meter hoogte) op enig moment beneden het vriespunt is gekomen.

 

Vorticiteit:

De tendens van een bewegend gas of vloeistof, op een bepaalde plaats, rond een as te beginnen draaien, zodat een vortex wordt gevormd.