A.
B.
C.
D.
E.
F.
G.
H.
I.
J.
K.
L.
M.
N.
O.
P.
Q.
R.
S.
S'.
T.
U.
V.
W.
X.
Y.
Z.
weerindelft
Met dank aan Meteo Julianadorp, waar een groot gedeelte van de tekst vandaan komt

Lacununos:

Vol gaten

 

Lagedrukgebied:

De luchtkolom ter plaatse oefent minder druk uit op het aardoppervlak dan die in de omgeving. Een lagedrukgebied wordt meestal geassocieerd met minder goed weer.

 

 

La Niña:

Indien het water in het oostelijk deel van de Pacific niet warm maar juist relatief koud is, spreken we van een La Niña (klein-meisje)-situatie. Voor de kust van Zuid-Amerika gebeuren dan geen schokkende dingen: het is er, zoals gebruikelijk, droog en de visvangst voor de kust van Peru is uitstekend. Op wereldschaal heeft een La Niña wel enige invloed. Klimatologen hebben voor La Niña-situaties voor verschillende gebieden een overeenkomst met bepaalde weergebeurtenissen vastgesteld. Zo is het in een La Niña-situatie in de winter nat en koel in het zuidoosten van Afrika. Bij een La Niña in onze zomer is het koel in heel Zuidoost-Azië, maar juist warm in het noordoosten van Australië. Zowel bij een El Niño als bij een La Niña zijn de invloeden op het Nederlandse weer zeer gering.

 

 

Landwind:

Een wind die van over het land naar de zee waait. Dit is in tegenstelling tot de zeewind of zeebries. De landwind komt tijdens de latere nacht en voormiddag voor wanneer het land koeler is dan de lucht boven het zeewater. De koelere landlucht (hogedrukgebied) stroomt naar de warmere zee (lagere luchtdruk).

 

 

Lenswolk:

In vaktermen ook wel altocumulus lenticularis genoemd. De lenswolk dankt zijn ontstaan aan de bergruggen waarboven hij hangt. Staat er dwars op de bergrug een stevige stroming, dan wordt de lucht wanneer ze de berg bereikt gedwongen omhoog te gaan en weer te dalen aan de achterzijde van de berg. Die gedwongen stijging plant zich voort tot hoog boven het bergniveau. Luchtlagen hoger in de atmosfeer raken tijdens dat stijgproces soms plotseling verzadigd met waterdamp; er vormt zich bewolking. Daalt de lucht verderop, dan raakt de lucht weer onverzadigd en lost de bewoking op. Een lenswolk blijft daarom permanent boven dezelfde plaats aanwezig, terwijl de lucht gewoon verder stroomt. Vorming van lenswolken kan duiden op snelle stromingen in de hogere luchtlagen of plotselinge toename van windsnelheid boven een bepaald niveau. Lenswolken zijn prachtig om te zien maar zijn een gevaar voor ballonvaarders in verband met de plotseling optredende 'snelle' luchtlagen.

 

 

Lente:

Eén van de 4 seizoenen. De astronomische lente start op het moment dat de zon recht boven de evenaar staat. Veel mensen denken dat de lente op 21 maart begint, maar dat is nog maar zelden het geval. De lente begint deze eeuw alleen in 2007 en in 2011 op 21 maart, voor de rest op de 20e maart en vanaf 2048 komt 19 maart ook regelmatig in de tabellen voor. De weerkundige lente omvat de maanden maart, april en mei. Zie ook onder seizoenen.

 

 

Lenticularis:

Linze-, lens-, amandel-, sigaarvormig.

 

 

Licht vorst:

Er is sprake van lichte vorst indien de minimumtemperatuur ligt tussen de 0 en de -5°C.

 

 

Lidar:

Dit is een instrument dat men gebruikt voor de waarneming van wolken. De lidar zendt stralen uit naar boven en wanneer die worden teruggekaatst, zijn er wolken aanwezig. De tijd tussen verzenden en terugkomst bepaalt de hoogte van de wolken. Een lidar lijkt dus op een regenradar.

 

 

Lijzijde:

Zijde 'onder' de wind ('uit' de wind), luwtezijde.

 

 

Loefzijde:

Zijde 'boven' de wind ('in' de wind), windzijde.

 

 

Luchtdruk:

Zie barometrische druk.

 

 

Luchtmassa:

Een grote hoeveelheid lucht met min of meer dezelfde eigenschappen wat betreft temperatuur en vochtigheid.

 

 

Luchtsoort:

Een luchtmassa met specifieke eigenschappen