De numerieke weersverwachting is gebaseerd op modellen waarin de bewegingen in de
atmosfeer en de fysische processen die daarbij plaatsvinden worden weergegeven met
behulp van wiskundige vergelijkingen. De idee van numerieke weersverwachtingen werd
voor het eerst in 1922 naar voren gebracht door Lewis Fry Richardson (1881-1953;
foto links), een Brits wiskundige, in zijn zeer vooruitziende artikel 'Weervoorspelling
door numerieke processen'. Richardson had vele maanden nodig om een verwachting tot
24 uur vooruit te kunnen maken. De drukverandering die hij voorspelde waren 10 tot
100 maal te groot, maar hij had de eerste stap gezet op de weg naar een nauwkeurige,
numerieke weersverwachting.
Richards werk legde de nadruk op bepaalde fundamentele problemen: in heel korte tijd
moest een enorm aantal berekeningen worden gemaakt; het aantal meteorologische waarnemingen
was onvoldoende. De modellen waren slechts ruwe afspiegelingen van de atmosfeer en
door problemen met de wiskundige technieken konden kleine fouten in de loop van het
rekenproces steeds groter worden. Computers hebben uiteindelijk een antwoord gegeven.
In 1950 werd in de Verenigde Staten de eerste relatief betrouwbare numerieke weersverwachting
opgesteld. De in Hongarije geboren wiskundige John von Neumann (1903-1957) en zijn
collega's maakten deze verwachting met een primitieve computer, de ENIAC (Electronic
Numerical Integrator And Computer). In de loop van 1955 werden de computerverwachtingen
in de Verenigde Staten op een regelmatige basis opgesteld. Met snelle computers,
nauwkeurigere metingen en betere modellen nam de nauwkeurigheid snel toe.
Na de Tweede Wereldoorlog vervingen onderzoekers in de Verenigde Staten de springlading
van V2-raketten (foto links) door camera's. De resultaten waren verbijsterend. Eindelijk
was het nu mogelijk om wolken vanuit de ruimte waar te nemen en panoramaopnamen van
weersystemen te maken. Kort daarna, op 1 april 1960, werd TIROS 1 (Television Infrared
Observation Satellite; foto rechts) in een baan om de polen gebracht. In de loop
van 78 dagen maakte deze satelliet 23.000 opnamen van de aarde en zijn wolkendek.
Spoedig werd het belang van weersatellieten ook voor het grote publiek duidelijk.
In september 1961 leidden opnamen van de tropische cycloon Carla tot de evacuatie
van meer dan 350000 mensen langs de golf van Mexico. In de jaren zestig bleef de
satellietmeteorologie zich in een verbazend tempo ontwikkelen et behulp van verbeterde
infraroodcamera's konden ook 's nachts opnamen van de aarde worden gemaakt. In 1963
konden de opnamen rechtstreeks van een overkomende satelliet worden betrokken en
in 1966 werd de eerste geostationaire satellieten -die boven een punt van de evenaar
staan en ongeveer één derde van de aarde overzien- gelanceerd.
Mondiale bewaking van het weer
Het succes van de satelliettechnieken bracht landen ertoe te gaan samenwerken. In
1961 nodigde president Kennedy andere landen uit zich aan te sluiten bij de Verenigde
Staten om een internationaal programma te ontwikkelen. Hoewel de Koude Oorlog, toen
juist op zijn hoogtepunt was, werd er door 150 landen - waaronder de Sovjet-Unie
- positief gereageerd. Zo werd in 1963 de World Weather Watch (WWW) opgericht. Leden
van de WMO wisselden meteorologische waarnemingen uit, waardoor het maken van mondiale
weerkaarten aanzienlijk vergemakkelijkt werd.
De wereld volgens Garp:
Leden van de WMO (links logo WMO) namen ook deel aan het Global Atmospheric Research
Programme (GARP). In het kader hiervan werd een aantal belangrijke meteorologische
onderzoeken verricht, waaronder het Global Weather Expreiment: het grootste wetenschappelijke
experiment dat ooit ondernomen is. Eén jaar lang, van 1 december 1979, werden de
technologische middelen van de WMO-leden continu ingezet om het gedrag van de atmosfeer
zo grondig mogelijk te kunnen bestuderen. Door de hieruit voortvloeiende gegevens
kregen onderzoekers een beter inzicht in de mondiale weersystemen en konden zij de
bestaande numerieke modellen van de atmosfeer verder verfijnen.
Naar het moderne tijdperk
Moderne technologieën, met name computer en satellieten,
hebben de nauwkeurigheid van de weersverwachting sterk verbeterd