Cumulonimbus (Cb)
Zware en dichte wolk van aanzienlijke verticale afmeting, in de vorm van een berg of van een groep hoog oprijzende torens. Zijn bovenzijde is gewoonlijk, althans ten dele, effen of vezelachtig of streperig, en bijna altijd afgeplat; dit gedeelte spreidt zich vaak uit in de vorm van een aambeeld of een omvangrijke pluim. Onder de basis van de wolk, die dikwijls zeer donker is, bevinden zich lage wolkenflarden, die er al of niet mee zijn versmolten, en er zijn soms valstrepen (virga) te zien.
Ontstaanswijze
Cumulonimbus ontstaat gewoonlijk uit grote, goedontwikkelde Cumuluswolken.
De omstandigheden waaronder Cumulonimbuswolken voorkomen zijn daarom gelijk aan die, welke gunstig zijn voor de ontwikkeling van Cumulus.
Cumulonimbus ontwikkelt zich soms uit Altocumulus of Stratocumulus, waarvan de bovenste gedeelten torenvormige uitstulpingen vertonen; in het eerste geval ligt de basis van de Cumulonimbus opmerkelijk hoog.
Cumulonimbus kan ook ontstaan uit Altostratus of Nimbostratus.
Samenstelling en uiterlijk
Cumulonimbus bestaat uit waterdruppeltjes en, voornamelijk in het bovenste gedeelte, uit ijskristallen. Er komen ook grote druppels in voor en dikwijls sneeuwvlokken, korrelsneeuw, korrelhagel of hagelstenen.
De waterdruppeltjes en de regendruppels kunnen ver onderkoeld zijn.
De Horizontale en verticale afmetingen van Cumulonimbus zijn zo groot, dat de dat de karakteristieke vorm van de gehele wolk slechts op grote afstand kan worden waargenomen. Wanneer Cumulonimbus zich uit Cumulus ontwikkelt, vertoont de wolk aanvankelijk vaak afgeronde koppen, ondanks het feit dat de bovenkant zijn scherpe omtrekken begint te verliezen (Cb Calvus). Bij snel groeiende wolken is soms een pileus waar te nemen.
Later gaat het bovenste gedeelte geheel over in een vezelachtige of streperige massa, die dikwijls de vorm van een aambeeld aanneemt (Cb capillatus); bij zeer lage temperaturen kan de vezelachtige structuur zich over de gehele wolkenmassa uitbreiden. Soms gaat het bovenste gedeelte van een Cumulonimbus over in Altostratus of Nimbostratus. Cumulonimbuswolken kunnen geïsoleerd voorkomen of in een aaneengesloten rij, die op een zeer lange muur lijkt. Wanneer de wolk zich boven de waarnemer bevindt, is als gevolg van de uitgestrektheid van de wolkenbasis of door de aanwezigheid van lage rafelige wolken (pannus) de karakteristieke vorm van het bovenste gedeelte niet meer te zien. Soms bevindt een Cumulonimbuswolk zich geheel binnen de wolkenmassa van Altostratus of Nimbostratus.
De donkere, dreigende of zelfs schrikaanjagende indruk, die een Cumulonimbus kan geven, wordt gewoonlijk versterkt door bliksem en donder, door hevige regen, sneeuw en hagel en door windstoten en minder vaak door naar beneden hangende uitstulpingen (mammatus),door een horizontale rolvormige wolk (arcus) of door een windhoos (tuba).
Voornaamste verschillen
Tussen Cumulonimbus en daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten.
Als Cumulonimbus een groot gedeelte van de hemel bedekt, kan hij gemakkelijk worden verward met Nimbostratus, vooral wanneer de benaming van de wolk uitsluitend wordt vastgelegd op grond van het uiterlijk van de onderzijde. In dit geval kan het karakter van de neerslag een hulpmiddel zijn om Cumulonimbus van Nimbostratus te onderscheiden.
Wanneer de neerslag buiïg karakter heeft of vergezeld gaat van bliksem, donder of
hagel, is de wolk volgens afspraak Cumulonimbus. Soms ziet een Cumulonimbuswolk er
ongeveer hetzelfde uit als een grote goed-
Als het op grond van deze criteria niet mogelijk is te beslissen of de wolk een Cumulonimbus is of een Cumulus, moet deze volgens afspraak Cumulonimbus worden genoemd wanneer hij vergezeld gaat van bliksem, donder of hagel.
a