Cumulus (Cu)
Afzonderlijke, over het algemeen dichte wolken met scherpe omtrekken, die zich in verticale richting ontwikkelen in de vorm van kopjes, koepels of torens waarvan het bovenste, opbollende gedeelte dikwijls op een bloemkool lijkt. De door de zon beschenen delen van deze wolken zijn meestal verblindend wit; hun onderzijde is betrekkelijk donker en vrijwel horizontaal. Soms ziet Cumulus er gerafeld uit.
Ontstaanswijze
Cumulus ontwikkelt zich in plaatselijk stijgende luchtstromingen die ontstaan, wanneer het temperatuurverval in de onderste luchtlagen voldoende groot is. Een dergelijk verval komt meestal tot stand door contact van de lucht met een warmer aardoppervlak (koude massa)Voordat Cumulus zich op wijze vormt zijn dikwijls nevelige plekken te zien, waaruit zich de wolken ontwikkelen.
Cumulus kan ook ontstaan uit Altocumulus, Stratocumulus of Stratus; het laatste doet zich vaak in de ochtend boven land voor. Gerafelde Cumulus van het slechtweer type (pannus) ontstaat soms onder Altostratus, Nimbostratus, Cumulonimbus of onder een goed ontwikkelde Cumulus, waaruit neerslag valt.
Cumulus fractus, Cumulus humilis (Cu fra, Cu hum) J.Baartse
Cumulus congestus (Cu con)(foto: J.Baartse)
Samenstelling en uiterlijk
De Cumulus bestaat in hoofdzaak uit waterdruppeltjes; in die delen van de wolk, waarin de temperatuur aanzienlijk beneden 0 °C is, kunnen ook ijskristallen voorkomen. Cumuluswolken kunnen op grond van hun verticale afmetingen in drie klassen worden ingedeeld.
Wolken met de kleinste afmetingen zien er afgeplat uit (Cu humilis) of hebben sterk gerafelde randen (Cu fractus) en omtrekken,
die voortdurend en dikwijls zeer snel veranderen. Cumuluswolken kunnen op grond van hun verticale afmetingen in drie klassen worden ingedeeld. De wolken met de kleinste afmetingen zien er afgeplat uit (Cu humilis) of hebben sterk gerafelde randen (Cu fractus) en omtrekken, die voortdurend en dikwijls zeer snel veranderen.
De wolken van de middelste groep hebben kleine uitstulpingen (Cu mediocris), terwijl de wolken met de grootste verticale afmetingen
een sterk opbollende bovenkant bezitten, die vaak gelijkt op een bloemkool (Cu congestus). Al deze wolkenvormen kunnen op een zelfde tijdstip voorkomen. Bij snel groeiende wolken is soms een pileus waar te nemen.)
Cumuluswolken, in het bijzonder die van de middelste groep, zijn soms gerangschikt
in rijen, vrijwel evenwijdig aan de windrichting (variëteit radiatus -
Voornaamste verschillen
Tussen Cumulus en daarop gelijkende wolken uit andere wolkengeslachten. Kleine Cumuluswolken
kunnen zo talrijk zijn en zo dicht naast elkaar voorkomen, dat zij gelijken op een
Stratocumulus-
Deze wolken moeten als Cumulus worden beschouwd, zolang hun koepelvormige toppen zichtbaar blijven en hun bases niet zijn samengesmolten.
Cumulus mediocris radiatus (Cu med ra)
Als een zeer grote Cumuluswolk, waaruit neerslag valt, zich boven de waarnemer bevindt, kan deze wolk voor Altostratus of
Nimbostratus worden aangezien. Het karakter van de neerslag kan dan een hulpmiddel zijn om de Cumulus van laatstgenoemde wolken te onderscheiden; als de neerslag een buiïg karakter heeft, is de wolk een Cumulus.
Aangezien Cumulonimbus gewoonlijk uit Cumulus ontstaat, is het soms moeilijk Cumulus met aanzienlijke verticale afmeting te
onderscheiden van Cumulonimbus. De wolk moet Cumulus worden genoemd, zolang de uitgroeiende bovenste gedeelten overal scherp
omlijnd en niet vezelachtig of gestreept zijn. Indien het niet mogelijk is op grond van andere criteria te beslissen of de wolk een
Cumulus of Cumulonimbus is, moet deze volgens afspraak Cumulus worden genoemd, wanneer hij niet vergezeld gaat van bliksem,
donder of hagel. Gerafelde Cumulus is te onderscheiden van rafelige Stratus, doordat hij een grotere verticale afmeting bezit
en gewoonlijk witter en minder doorschijnend is. Verder heeft gerafelde Cumulus soms ronde of koepelvormige toppen, die altijd
ontbreken bij rafelige Stratus.
a