Altocumulus (Ac)

Witte of grijze wolkenbank of wolkenlaag, in het algemeen met schaduwing, bestaande uit stroken, min of meer afgeplatte ballen, rollen, enz., die soms voor een deel een vezelachtig uiterlijk hebben of geen structuur vertonen en die al af of niet gescheiden zijn; de meest regelmatig gerangschikte kleine elementen hebben gewoonlijk een schijnbare afmeting tussen één en vijf graden.

 

Samenstelling en uiterlijk

Ontstaanswijze

Altocumulus komt vaak voor aan de rand van wolkenlagen, die bij langzame stijging van een uitgebreide luchtlaag ontstaan. 

Altocumulus kan zich ook vormen door turbulentie of convectie in de middelste etage. 

Altocumulus kan eveneens ontstaan wanneer tenminste enkele elementen van een Cirrocumulusveld groter of dikker worden of wanneer de elementen van een laag Stratocumulus kleiner worden of door het opbreken van Altostratus of Nimbostratus. Ook het uitspreiden van Cumulus- of Cumulonimbuswolken kan tot het ontstaan van Altocumulus leiden. Altocumulus in de vorm van lenzen of amandelen ontstaat gewoonlijk in een vochtige luchtlaag bij stijgende bewegingen tengevolge van het reliëf van het terrein.

Altocumulus bestaat, althans voor het grootste gedeelte, vrijwel steeds uit waterdruppeltjes; bij zeer lage temperaturen komen er ijskristallen in voor. Altocumulus komt meestal voor als een laag of een uitgestrekte bank, samengesteld uit elementen (wolkjes), die vrij regelmatig zijn gerangschikt (Ac stratiformis).

Foto: B. Muhr

   Altocumulus undulatus radiatus (foto: G. Richardson)

    Altocumulus lenticularis

 

Soms verschijnen de wolkjes in langgerekte evenwijdige rollen (variëteit undulatus), die duidelijk van elkaar gescheiden zijn door open banen. In zeer zeldzame gevallen vertoont een Altocumulusveld kleine, min of meer regelmatig gerangschikte ronde gaten, die voor het merendeel gerafelde randen hebben en de wolk het uiterlijk geven van een netwerk of een honingraat (variëteit lacunosus).  Altocumulusvelden komen vaak tegelijkertijd op twee of meer niveaus voor (variëteit duplicatus).

Altocumulus wordt eveneens waargenomen in de vorm van lens- of amandelvormige schollen of banken, die vaak zeer langgerekt zijn en scherpe omtrekken bezitten (Ac lenticularis). Deze schollen of banken kunnen zowel uit kleine elementen zijn samengesteld, die dan dicht opeen zijn gegroepeerd, of uit een min of meer effen geheel bestaan. In het laatste geval zijn de wolken duidelijk geschaduwd.

Minder vaak verschijnt Altocumulus in de vorm van geïsoleerde toefjes, waarvan de onderkant er enigszins rafelig uitziet; deze wolken gaan dikwijls vergezeld van vezelachtige valstrepen (Ac floccus). 

Een andere, even zeldzame vorm van Altocumulus heeft het uiterlijk van een rij torentjes, die van een gemeenschappelijke horizontale basis oprijzen (Ac castellanus)

 

De doorschijnendheid van Altocumuluswolken kan sterk uiteenlopen. In sommige gevallen zou de plaats van de zon door het grootste deel van de wolk kunnen worden waargenomen (variëteit translucidus); in andere gevallen is de wolk zo ondoorschijnend, dat de zon er geheel achter schuil gaat (variëteit opacus).  De onderkant van ondoorschijnende Altocumulusvelden bezit dikwijls een regelmatig reliëf, waarin de vormen van de afzonderlijke elementen zich duidelijk aftekenen.

Altocumuluswolken vertonen bijna altijd enige schaduwing. Een krans of paarlemoeren glans (irisatie) wordt veelvuldig in Altocumulus waargenomen. In ijskristallen die uit Altocumulus vallen, kunnen soms haloverschijnselen in de vorm van bijzonnen of lichtzuilen worden waargenomen.

Voornaamste verschillen

Tussen Altocumulus en andere wolkensoorten van daarop gelijkende geslachten. Uit Altocumuluswolken ontstaan soms valstrepen met een vezelachtig uiterlijk (virga). Wanneer dit het geval is, zijn de wolken, zolang een gedeelte ervan geen vezelachtig uiterlijk of een zijdeachtige glans vertoont, te beschouwen als Altocumulus en niet als Cirrus.

Altocumulus kan soms met Cirrocumulus worden verward. In twijfelgevallen zijn de wolken per definitie Altocumulus, indien er schaduwing in is waar te nemen, zelfs als de elementen een schijnbare afmeting van minder dan één graad hebben. 

Wolken zonder schaduwing zijn per definitie Altocumulus, indien het merendeel der regelmatig  gerangschikte elementen, wanneer zij op een hoogte van meer dan 30 graden boven de horizon worden waargenomen, een schijnbare afmeting heeft tussen één en vijf graden.

Een laag Altocumulus kan soms worden verward met Altostratus; in twijfelgevallen worden wolken Altocumulus genoemd, indien er enige aanwijzing bestaat voor de aanwezigheid van elementen, die op tegels, rollen, ballen, enz. lijken. 

Altocumulus met donkere gedeelten kan soms worden verward met Stratocumulus. Indien het merendeel van de regelmatig gerangschikte elementen, wanneer zij op een hoogte van  meer dan 30 graden boven de horizon worden waargenomen, een schijnbare afmeting heeft van één tot vijf graden, is de wolk Altocumulus. 

Altocumulus, voorkomend in verspreide toefjes, kan worden verward met kleine Cumulusvelden; de Altocumulustoefjes vertonen echter vaak vezelachtige valstrepen (virga) en zijn bovendien voor het merendeel kleiner dan dergelijke Cumulusvelden.

a

wp982358fd_0f.jpg
wp35bf5bd6.jpg
wp77e459f2.jpg

wpcef29ece.jpg

Altocumulus castellanus (foto: G. Richardson)

wpa9c0b79f.png