Tot de wervelende winden behoren waterhozen, stofhoosjes en natuurlijk tornado's. Zij worden gekenmerkt door een roterende kolom lucht, maar ontstaan op verschillende manieren. Stofhozen en kleine wervelwinden ontstaan door zeer sterke, lokale verhitting van de bodem, waardoor lucht gaat stijgen. De krachtigste hozen zijn het gevolg van de wisselwerking tussen verticale, warme en koude luchtstromingen en altijd samenhangen met zware onweersbuien.
Vernietigende tonado's
Tornado's kunnen snelheden bereiken van meer dan 480 km per uur. De tornado die het
meeste slachtoffers eiste, was de Tri-
Ontwikkeling van een tornado
Tornado's ontstaan altijd tijdens zware onweersbuien zoals die in supercellen. De
draaiende beweging begint gewoonlijk wanneer winden op grote hoogte sneller en vanuit
een andere richting waaien dan winden op geringere hoogte en daardoor het hele systeem
in rotatie (ronddraaiende) brengen. Ieder roterend object beweegt sneller wanneer
het meer naar de as van rotatie wordt geconcentreerd. Terwijl de lage druk in het
centrum van de wervelwinden naar binnen worden getrokken, gaan die dus ook steeds
sneller roteren. In sommige gevallen wordt de rotatie versterkt door een krachtige,
draaiende en opwaarts bewegende kolom lucht in het hart van het systeem. Deze zogeheten
mesocycloon ontstaat door de wisselwerking tussen warme en koude luchtstromingen
in een deel van de storm. Soms veroorzaakt de mesocycloon aan de onderzijde van de
storm een vooruitstekende 'wolkenmuur': dit is een duidelijke aanwijzing dat er zich
een tornado ontwikkelt. Naarmate de rotatie krachtiger wordt, begint hij zijn weg
omlaag naar de grond te zoeken. Uiteindelijk verschijnt er een kolom snel roterende
lucht aan de onderkant van de wolk. Deze rotatie kan zichtbaar worden als een slurfvormige
wolk, wanneer de luchtdruk in die wolk voldoende laag is om condensatie te laten
plaatsvinden. Als deze slurf de grond bereikt, heeft men te maken met een volledig
ontwikkelde tornado. De tornado kan verschillende vormen aannemen: van een dunne,
witte koord tot een dikke, zwarte massa.
In de wervel
De tornado zal zich met het stormsysteem in horizontale richting verplaatsen met
een snelheid van ongeveer 60 km per uur. De slurf kan een dikte hebben van minder
dan 100 meter tot meer dan 800 meter en over een afstand van vele honderden kilometers
een spoor van verwoesting achterlaten. De windsnelheden in een tornado zijn moeilijk
te meten, omdat instrumenten dit geweld meestal niet overleven. Voor de stijgwinden
zijn er snelheden tot 300 km per uur gemeten. De levensduur van een tornado loopt
uiteen van enkele minuten tot een uur, maar de meeste blijven ongeveer een kwartier
bestaan. Als een tornado zijn maximale intensiteit heeft bereikt, wordt zijn slurf
dunner, gaat hij meer horizontaal staan en wordt het spoor van verwoesting kleiner.
De slurf neemt de vorm van een slang aan, en maakt een slingering en dooft
uiteindelijk uit.
De schaal van Fujita
Met de schaal van Fujita kan de sterkte van tornado's worden aangegeven. Hij werd ontwikkeld door Theodore Fujita (geboren in 1921). Hij bestudeerde tientallen jaren tornado's aan de Universiteit van Chicago.
Schaalgetal
Windsnelheid (km per uur)
Soort Schade
F0
64-
Licht
F1
118-
Matig
F2
181-
Aanzienlijk
F3
252-
Ernstig
F4
331-
Zeer zwaar
F5
meer dan 418
Catastrofaal