Bliksem is het gevolg van de opbouw van tegengestelde elektrische ladingen in een
cumulonimbuswolk. Hoe dit precies verloopt, is nog niet bekend. Men denkt dat de
ijskristallen die in de bovenste delen van de wolk ontstaan gewoonlijk positief geladen
zijn en dat de druppeltjes, die naar de onderkant van de wolk zakken, gewoonlijk
negatief zijn opgeladen. Misschien voeren opwaartse stromingen de positieve ladingen
mee omhoog en de neerwaartse stromen de negatieve ladingen mee omlaag. Tijdens deze
opbouw van ladingen ontstaat er ook een positieve lading aan de aardbodem onder de
wolk en die lading beweegt ook met de wolk mee.
Tegengestelden trekken elkaar aan
De tegengestelde elektrische ladingen trekken elkaar krachtig aan. Uiteindelijk kan
de isolerende luchtlaag tussen de ladingen ze niet langer gescheiden houden en vindt
er een ontlading plaats. Negatieve ladingen bewegen naar de positieve ladingen in
een onzichtbaar, grillig, chaotisch patroon, een zogeheten getrapte voorontlading.
Als de negatieve lading de positieve ontmoet, wordt een krachtige elektrische stroom
-
meeste ontladingen vinden plaats binnen één wolk,
tussen wolken onderling, of tussen een wolk en de lucht (als er voldoende lading
in de lucht zit). Slechts één op de vier ontladingen bereikt de grond. Als dit gebeurt,
trekt de getrapte voorontlading positieve ladingen vanaf de aarde omhoog, gewoonlijk
vanaf een uitstekend voorwerp zoals een boom of een gebouw. Een bliksemontlading
die van de bovenkant van de wolk helemaal naar de negatief geladen aarde buiten het
gebied van de wolk beweegt, noemt men een positieve ontlading. De bliksem kan allerlei
vormen hebben, afhankelijk van de afstand van de waarnemer tot de ontlading.
Horen en zien
De temperatuur in het bliksemkanaal ligt boven de 22000° Celsius. De lucht langs
dit kanaal wordt dus enorm verhit, waardoor ze uitzet en vervolgens weer snel terugklapt.
Dit is de oorzaak van de geluidsgolven die wij donder noemen. Doordat lichtgolven
zich veel sneller voorplanten dan geluidsgolven, komt de bliksem altijd eerder dan
de donder. De donder legt iedere 3 seconden één kilometer af. Door het aantal seconden
te tellen dat verloopt tussen het zien van de bliksem en het horen van de donder,
kan men dus gemakkelijk de afstand van het onweer afleiden. Vaak is het onweer nog
te horen tot op afstanden van meer dan 30 kilometer.
Vliegende vonken
Er zijn twee andere soorten van atmosferische elektriciteit. Een zeldzame vorm, de
bolbliksem, wordt soms gezien wanneer een deel van de ontlading tussen een wolk en
de aarde een kleine bol lijkt te vormen. Deze bal van licht kan over de grond rollen
of langs een muur omhoog bewegen, totdat hij ontploft of in het niets verdwijnt.
Soms, wanneer de opbouw van tegengestelde ladingen niet toereikend is voor het laten
optreden van een bliksemontlading, verschijnen er in de buurt van het onweer hoog
boven de grond talloze vonken. Dit verschijnsel werd voor het eerst opgemerkt aan
de top van scheepsmasten en werd toen Sint-
Franklins vliegerexperiment
Benjamin Franklin (1706- is vooral bekend door de experimenten waarmee hij liet zien dat bliksem
een elektrische ontlading is. In 1852 liet hij tijdens een onweer aan een metalen
draad een vlieger op. Onderaan de draad bevond zich een sleutel, die onder stroom
kwam te staan toen de bliksem op de vlieger sloeg. Het was een wonder dat Franklin
het experiment overleefde. Enkele jaren eerder had Franklin bedacht dat een lange,
dunne, metalen staaf die op een dak stond en was verbonden met een draad die buiten
het gebouw in grond verdween, de elektriciteit van de bliksem veilig naar de aarde
zou kunnen leiden. Deze uitvinding, die in 1753 werd gepresenteerd en bliksemafleider
werd genoemd, werd al snel een standaardvoorziening op gebouwen in de Verenigde Staten
en Europa.