Hoewel we allemaal in het weer geïnteresseerd zijn, denken de meesten van ons pas
bij abnormaal weer aan klimaatverandering op lange termijn. Maar het is belangrijk
om te begrijpen dat hitte-
Het Dagelijkse Weer.
Het klimaat op een willekeurige plek op aarde en op een willekeurige tijd van het jaar wordt bepaald door de gemiddelden voor factoren als temperatuur, regenval, windsnelheid, windrichting en zon. Weer daarentegen is wat er op een bepaald moment gebeurt, en dat is dikwijls allesbehalve een gemiddelde.
Op middelmatige en hogere breedten komen vaak wisselingen voor die voor dit klimaat
heel normaal zijn. De overwegend westelijke winden voeren achter elkaar lagedruksystemen
met zich mee, die gepaard gaan met harde wind en regen, en afgewisseld worden door
perioden met hoge druk, die op hun beurt weer gepaard gaan met onveranderlijk weer
en zonneschijn. Maar ook dit normale weerpatroon levert van dag tot dag belangrijke
verschillen op in het weer. Zo kan de regen waarmee lage druk gepaard gaat, vooral
in bepaalde gebieden vallen. En als de depressies van hun normale route afwijken
en geblokkeerd worden, kan het weer een tijdlang onveranderlijk blijven. Zo beleefde
West-
Op lagere breedten is het dagelijkse weer voorspelbaarder, maar er zijn nog aanzienlijke
verschillen in de spreiding van de regen. Op veel plaatsen in de tropen en subtropen
worden droge jaren afgewisseld door natte jaren. Zo was het in Zimbabwe en Mozambique
in 1982-
Op Zoek naar Orde.
Variaties over langere perioden kunnen ook een patroon suggereren. Uit weerstatistieken uit de hele wereld over de laatste 100 tot 200 jaar blijkt dat er periodes met 'abnormaal' weer zijn geweest die veel meteorologen geboeid houden. Maar deze perioden komen en gaan, en verschillende delen van de wereld vertonen verschillende patronen. Over het geheel genomen, is het resultaat een glimp van mogelijke orde binnen een oceaan van wanorde.
Een van de beste voorbeelden van een weercyclus is de bijna tweejaarlijkse afwisseling van de winden boven de evenaar. Zoals de naam aangeeft, wisselt de windrichting op grote hoogte gemiddeld elke twee jaar tussen oost en west. Het verschijnsel is al vanaf het begin van de jaren 1950 bekend, maar het is nog lang niet duidelijk waarom het optreedt en of het effect heeft op het klimaat in het algemeen.
Flauwe cycli die 3 en 5 jaar duren en die we in veel verslagen aantreffen, hebben
misschien te maken met de bijna regelmatige fluctuaties (schommelingen) van de oppervlaktetemperatuur
van de Grote Oceaan bij de evenaar. Wanneer ze in verband worden gebracht met de
warme oceaanstroom El Niño, die optreedt voor de kust van Zuid-
Er bestaan nog een aantal theorieën voor de verklaring van weerpatronen op lange termijn. Zonneactiviteit, zoals we bv. vinden in het fenomeen van de zonnevlekken schijnt een cyclus te vormen, met ongeveer elke 11 jaar een piek in het aantal zonnevlekken. Schommelingen in het magnetisch veld van de aarde vertonen een cyclus van ongeveer 22 jaar, terwijl getijdepatronen van de maan nagenoeg elke 19 jaar terugkeren.
Men heeft veel pogingen gedaan om variaties in het weer in verband te brengen met een combinatie van cycli. Maar een herkenbare cyclus waarmee we weerpatronen tot in de volgende eeuw kunnen voorspellen is nog onbekend.